Verkenner 1

Curdin Tones, kunstenaar, kan in de schoonheid van het landschap het handwerk van de boer herkennen en proeft de smaken.

Eerste indrukken Curdin Tones

Als kunstenaar probeer ik vandaag vast te leggen hoe die speciale manier om als mens tussen de planten te staan me raakt, hoe dit landschap en de dingen tot mij als mens spreken.

Een deel van het jaar woon ik in Zwitserland in het boerendorp waar mijn familie vandaan komt. Ondanks grote veranderingen leven veel mensen daar nog van het land. Vanuit die achtergrond is voor mij een boerenlandschap een verbinding tussen wonen en het land bewerken. Dat dit hier niet meer zo is, werd me in de loop van de dag steeds duidelijker. De boerderijen in het landschap suggereren nog die symbiose, maar wonen, werken en eten zijn van elkaar losgekoppeld. Het is een mooi boerenland hier: de boerderijen staan er, het land ligt er groen bij, prachtig licht vandaag. Maar is cultuur hier een product van het landschap?

Als je hier de boerderij uit loopt, de weg op, het land in, dan zie je wat een rijkdom aan natuurervaringen hier op een klein oppervlak direct naast elkaar al te beleven is. Aan de ene kant van de weg een boerderij, met een betegelde decoratieve tuin, witte stoelen, zonovergoten bloemen in plantenbakken. Gelijk aan de overkant ligt een ontoegankelijke wand van bomen en struiken; een groen oerwoud van planten en bladeren waar je buiten blijft, maar eigenlijk naar binnen wil lopen, de schaduwen bieden er een heel andere ervaring en beloven ontdekkingen en geheimen.

Ik zoek naar kunnen zien wat je proeft, en wil altijd proeven wat ik zie, om het landschap te ervaren. Dit landschap is mooi voor het oog, maar hoe geraak je er? Alles lijkt eigendom, en ik voel me als wandelaar veroordeeld tot de berm en gemarginaliseerd. Mag ik hier wel wandelen, mag ik hier wel zijn? Hoe kan ik me hier met de planten en de dieren verbinden? Kan ik hier mijn mens-zijn onderzoeken in de relatie met de wereld die mij voedt?

Wat ik hier zie zijn verschillende zones die uiteenlopende natuurervaringen bieden. Een zone  is de vruchtbare akker, het functioneel geordende, monotone productielandschap voor mais of gras, een landschap dat de blik toestaat, maar mij als zintuiglijk mens buiten houdt, met alleen de boerderijen, en huizen met hun tuinen als ontmoetingspunten. De tweede is schraal en zanderig, gebonden aan het water: de Schipbeek. Dit is een marge voor natuur en de recreërende mens, een gebied met Tijm en Johanneskruid dat je kunt zien, proeven, ruiken. Een derde zone is de aaneenschakeling van houtwallen, randen, het schaduwrijke, groene oerwoud, geheimzinnige bladerrijkdom, fysiek vrijwel niet toegankelijke lijnen die je blik door het landschap leiden. De vierde is het dennenbos; het voelt er Scandinavisch, je loopt op mossen in geheimzinnig maar helder licht, sporen van houtkap. En ten slotte de verzorgde voortuinen van de boerderijen; de herkenbare en inwisselbare planten en potten in keurige ordening, het hobbypaard en de sierkippen in de wei erachter. Die vijf sámen! Dát maakt het streekeigen uit.

Kun je in een streekgerecht of streekmenu al die zones recht doen? Hoe kan een gerecht van verbondenheid en afstandelijkheid tegelijk getuigen? Kun je dat indirecte landschap smaken en vormen geven die op je bord gezamenlijk net zo spreken als de rijkdom aan natuurervaring die dit landschap biedt? Kan dat zo dat je het functionele land daarna al kunt proeven als je er naar kijkt?

Essay Curdin Tones 
Naar aanleiding van deze verkenning heeft Curdin een beeldessay gemaakt over zijn bevindingen van die dag. Om het essay te lezen kunt u hier klikken.