Verkenner 3

Bernhard Harfsterkamp is natuuradviseur en schrijft over natuur en landschap. De natuur wekte al vroeg zijn interesse en vanaf zijn jeugd is hij actief als natuuronderzoeker (specialiteit planten, vegetatie en landschap) en natuurbeschermer. In 2011 verscheen van hem het boek Beleef de Natuur van Winterswijk. Hij is ook medewerker van de plaatselijke radiozender Radio Slingeland. Elke zaterdag vertelt hij een kookverhaal, waarbij hij ook aandacht besteed aan wilde planten, die je in een smakelijk gerecht kunt verwerken. Bernhard Harfsterkamp heeft ook jarenlang een column voor de Tubantia verzorgd.

Eerste indrukken Bernard Harfsterkamp

Mijn blik is op de grond gericht. Meteen bij de eerste stappen kijk ik naar de planten, planten vertellen iets over het echte landschap. En als ik zo loop, kijk, dan schrijf ik meteen de namen op. Ik orden zo mijn gedachten over dit gebied, maak een film van het landschap in mijn hoofd. Langzaam komen er dan karakteristieken naar boven, en herken ik globale vegetatietypes, samenhangen tussen de planten die horen bij een natuurlijk landschap, of bij menselijk gebruik. Ik heb hier vandaag niet meer dan 1/3 van de 4KM2 kunnen inventariseren, dat komt ook omdat de meeste paden hier doodlopen. Ik kom zo kijkend op 175 soorten. Dat klinkt misschien veel, maar het is lager dan het slechtste gebied rond Winterswijk, toch een op het oog vergelijkbaar landschap. Daar vindt je er nog altijd meer dan 200, en in het beste gebied, ook met hoge natuurwaarde, vindt je meer dan 400 soorten. Jammer genoeg kan ik het hier ook niet compenseren met bijzondere soorten, die zijn er niet hier. Alles is hier algemeen en dat past in een tendens, de tendens naar het lege landschap, een landschap met een lage biodiversiteit: weinig plantensoorten, weinig diersoorten, nauwelijks insecten. Opvallend hier dat ik geen bijen, hommels zie. Het is een slecht bijenjaar, maar ook weinig vlinders, er bloeit hier gewoon te weinig.

De houtwallen zijn wel mooi in dit gebied met hun opeenvolgende kruid- struik- en boomlagen, deze zou je nog wel kunnen ontwikkelen tot ‘smulstroken’. De akkerranden zijn heel smal en hebben mens en dier weinig te bieden. Braam en brandnetel zijn cultuurvolgers aan de rand van de mais en graslanden, de cultuursteppes die we hebben gemaakt voor de productie van melk en vlees. Onze gronden zijn overal te voedselrijk voor echt veel soorten, het regent hier al voedsel. Maar juist op die rijkere bodem vind je braam, brandnetel en vlier, de ‘lekkere’ soorten. Je kunt zeggen, een voedselrijke bodem is de basis voor een lekker landschap, een voedselarme bodem voor een mooi landschap. De natuur was op zijn mooist toen het boerenleven armoedig en hard was. Wat wij beschouwen als natuurrijkdom was het gevolg van jaren overmatig gebruik, van uitputting.

Op Europese schaal gezien boeren we te intensief, voeden we de grond te veel, om natuurlijke soorten in stand te houden. Dat is ook van belang voor de soorten die we verbouwen, eens in de zoveel tijd is her-kruisen met de oorspronkelijke wilde soort nodig. Wat als die verdwenen zijn? De randen zouden breder moeten, er zou meer braakland moeten zijn in dit gebied, voedingsbodem voor non-permanente natuur!

Essay Bernard Harfsterkamp
Naar aanleiding van deze verkenning heeft Bernard een essay geschreven over zijn bevindingen van die dag. Om het essay te lezen kunt u hier klikken.